Geschiedenis van Overijse

Voor de geschiedenis van Overijse is de heemkundige kring een onuitputtelijke bron van informatie. Wat u hier niet vindt, staat waarschijnlijk in één van onze jaarboeken of tijdschriften.

De naam IJse (of zoals in het oudste document “Isca”) gaat terug op het Keltisch woord voor water. Vermits dat woord nog in de jaren 800 gebruikt werd, is het zeker dat er onafgebroken bewoning geweest is sinds de Keltische tijd doorheen de Romeinse periode tot in de Frankische en Karolingische tijd, toen keizer Lodewijk de Vrome in 832 aan zijn getrouwe Aginulfus in het domein ISCA zeven leefeenheden gaf. De heuvel waarop het oude kerkhof ligt met een steile helling langs de steenweg en verder naar beneden naar de Gebroeders Danhieuxstraat, en eindigend in een al even steil punt ter hoogte van het gemeentehuis is een gedroomde keltenburcht… maar dat zal wel een droom blijven.

De geschreven geschiedenis begint met de akte van keizer Lodewijk de Vrome:

pijltje 832 In 832 schonk Lodewijk de Vrome aan zijn leenman Aginulfus zeven mansi met lijfeigenen, akkers, weiden, bossen en braaklanden, gelegen in Isca. Dit is de oudste bekende vermelding van Isca.
pijltje 1001-1005 Hertog Otto (1001-1005), zoon van hertog Karel van Lotharingen ontslaat de inwoners van het “lepelrecht” (belasting op graan verkocht te Brussel).
pijltje 1234 Charter van hertog Hendrik II: Overijse bekomt dezelfde vrijheden als Leuven.
pijltje 1345 Op 4 december 1345 staat Jan III aan zijn natuurlijke broer Jan van Corselaer, heer van Wittem, de cijnsrechten op het bier van Overijse af. Dit is het begin van de heren van Wittem te Overijse.
pijltje 1390 Moeilijkheden tussen de Wittems en andere edelen leiden tot een overval op Overijse; het dorp wordt afgebrand en geplunderd.
pijltje 1489 Tijdens de opstand tegen keizer Maximiliaan van Oostenrijk versterkten de Brusselaars Overijse; de troepen van de keizer namen Overijse in; op 7 maart 1489 waren 300 à 400 burgers gevlucht in de kerk, waarvan de toren dienst deed als bolwerk met geschut. De kerk, op de toren na, en een groot deel van het dorp brandden af; de gevluchte burgers in de kerk kwamen in de brand om.
pijltje 1547 Joost Lips, alias Justus Lipsius, wordt te Overijse geboren op 18 oktober 1547.
pijltje 1594 Na de godsdiensttroebelen trouwt Honorina van Wittem, de laatste van haar stam, met graaf Geeraard van Horne; met hem begint het luisterrijk Hornetijdperk. De Kelle herinnert aan hen.
pijltje 1677 Op 19 oktober worden te Madrid, door de Spaanse koning Karel II, Eugeen-Maximiliaan van Horne tot prins en Overijse tot prinsdom verheven.
pijltje 1692 Rampspoed: op 28 april 1692 om 10 uur ’s avonds brak brand uit in een huis nabij de markt, en verwoestte het Coninckxhuys, de Halle, 49 huizen en een deel van de kerk. De Halle werd niet heropgebouwd.
pijltje 1742 Prinses Maria-Theresia van Horne, laatste van haar stam, huwt met Filips-Jozef van Salm-Kirburg en luidt zo het Salm-Kirburg tijdperk in. Dit eindigt in 1794 met de dood van Frederik-Otto op het terreurschavot te Parijs.
pijltje 1769 Op 29 december werden Brussel en Waver door een steenweg verbonden, dwars doorheen centrum Overijse. Het kasseike aan “De Met” was bijzonder steil en vergde voortdurend bijkomende paardenkracht.
pijltje 1796 Overijse (Isque) wordt hoofdplaats van een Frans kanton dat verder nog acht Waalse gemeenten telt.
pijltje 1829 Het kerkhof rond de kerk wordt verplaatst naar Solheide. De steenweg wordt in een lus gelegd en sindsdien is Overijse beroemd (berucht) omwille van zijn S-bocht, waarlangs vele begoede Brusselaars naar de Ardennen reden.
pijltje 1853 Oprichting van het borstbeeld van Justus Lipsius onder auspiciën van Leopold I.
pijltje 1878 De gebroeders Danhieux bouwen de eerste druivenserren te Overijse. De druiventeelt zal drie kwart eeuw het sociaal-economisch beeld van de gemeente bepalen.
pijltje 1894 De stoomtram Overijse-Groenendaal ontrukt Overijse aan zijn eeuwenoude afzondering.

Tijdens de laatste eeuw heeft elk decennium een ankerjaar dat we echter buiten dit overzicht houden.