Akte Isca 832

 

De oudste akte van Overijse (ISCA) uit het jaar Onzes Heren 832.

Pro fideli suo Aginulfo

In nomine Domini Dei et Salvatoris nostri Jesu-Christi, Ludowicus divina ordinante providentia Imperator Augustus. Imperialis Celsitudinis moris est fideliter sibi famulantes donis multiplicibus et honoribus ingentibus honorare atque sublimare. Proinde nos morem paternum, Regum videlicet praedecessorum nostrorum, sequentes, libuit Celsitudini nostrae quemdam fidelem nostrum, nomine Aginulfum, de quibusdam rebus proprietatis nostrae honorare atque in ejus juris potestatem liberalitatis nostrae gratiam conferre.

Idcirco noverit experientia atque industria omnium fidelium nostrorum, tam praesentium quam et futurorum, quia concessimus eidem fideli nostro res nostras sitas in pago ALSBANIO in villa nuncupante LINIACO, id est mansos quatuor inter vestitos et absos, cum mancipiis, terris arabilibus, pratis, silvolis, ad eos juste pertinentibus vel aspicientibus.

 

Et in pago Bragbantensi, in villa vocante Isca, mansos septem int
er vestitos et absos, cum mancipiis, terris arabilibus, pratis, silvolis, ad eos juste pertinentibus vel aspicientibus.

Et in pago Namurcensi, in villa nuncupante Beiss, mansos sex cum mancipiis terris arabilibus, pratis, silvolis, ad eos juste pertinentibus vel aspicientibus. Et in eodem pago, in loco qui dicitur Vulpilionis mansellum absum unum cum terrulis et silvolis ad eum aspicientibus.

 

Nos itaque memoratos mansos cum mancipiis et omnibus ad eos pertinentibus, sicut superius diximus, per hanc nostrae auctoritatis conscriptionem eidem Aginulfo ad proprium perpetualiter ad habendum tradimus atque concedimus, et de nostro jure in jus et potestatem illius more solemni transferimus�: ita videlicet, ut quicquid ille de his vel in his pro sua commoditate et utilitate facere decreverit, liberam et firmissimam in omnibus habeat potestatem faciendi. Et ut haec nostrae concessionis atque largitatis auctoritas inviolabilem et inconvulsam obtineat firmitatem, manu propria nostra subter eam firmavimus, et anuli nostri impressione signari jussimus.

 

Signum Ludowici serenissimi Imperatoris

Hirminmaris Notarius ad vicem Fridugisi recognovi
Data Nonas Februarii, anno Christo propitio XIX Imperii Ludowici piisimi Augusti, Indictionex.

 

Actum Aquisgrani palatio Regio in Dei nomine feliciter
Amen.

Voor Zijn getrouwe Aginulfus

In de naam van God de Heer en van onze Zaligmaker Jezus Christus, Wij Ludovicus, Hoogverheven Keizer volgens de schikking van de Goddelijke Voorzienigheid, beschouwen het als een recht van Onze Keizerlijke Hoogheid diegenen die Ons trouw gediend hebben te eren en te vereren met velerlei gunsten. Bijgevolg en in navolging van een vaderlijke gewoonte – meer bepaald van Onze koninklijke voorouders – heeft het aan Onze hoogheid behaagd één onzer getrouwen, te weten Aginulfus te begiftigen met zekere goederen uit onze bezittingen en Onze dankbaarheid tegenover hem te uiten door hem de rechterlijke macht daarin toe te vertrouwen.

 

En zo mogen al Onze getrouwen, zowel zij die thans zijn als zij die komen zullen, weten dat Wij aan Onze genoemde getrouwe Aginulfus Onze bezittingen in het domein LINIACUM, gelegen in de gouw Alsbanio overdragen, te weten vier landbouwexploitaties, zowel uitgebate als verlatene, inbegrepen hun erflaten, het landareaal, de weiden, de beboste partijen met al wat daaraan gelegen is of erbij hoort.

 

En in het domein ISCA, in de gouw Brabant, schenken Wij hem zeven leefeenheden, zowel degene in functie als de verlatene, met hun erflaten, de weiden, de bosjes en al wat daarbij hoort of er betrekking op heeft.

En in het domein BEISS, in de gouw Namen, schenken Wij hem zes leefeenheden met de erflaten, de landbouwgronden, de weiden en de bosjes die er logischer wijze bijhoren of er betrekking op hebben. En in VULPILIONIS, een plaats in dezelfde gouw, schenken Wij hem een klein braakliggend erf met wat gronden en bossen die erbij horen.

 

Door dit document, emanatie van Onze macht, schenken Wij voornoemde leefeenheden met hun erflaten, en al wat erbij hoort, zoals Wij reeds zegden, aan voornoemde Aginulfus om het voor eeuwig te bezitten. Wij bevestigen dit en dragen plechtig Onze rechtsmacht daarbij horend aan hem over, meer bepaald op zulke wijze dat hij over de meest uitgebreide en efficiënte bevoegdheid beschikt om daaromtrent alle maatregelen tot zijn nut en voordeel te treffen. En opdat dit besluit van Onze genegenheid en gulheid zijn onschendbare en definitieve bevestiging bekome, ondertekenen Wij het eigenhandig en bevelen Wij het te verzegelen met Onze ringafdruk.

Volgt de handtekening van de Hoogverheven Keizer Lodewijk de Vrome.

 

Ik Hirminmaris, secretaris, bevestigde samen met Fridigius, de juistheid van dit document. Gegeven op de Nonen van februari (5 februari) in het voor Christus voorspoedige 19e regeringsjaar (832) van de zeer Vrome Hoogverheven Keizer Lodewijk, Indictie X.

Gedaan in naam van God en tot heil van allen in het Koninklijk paleis te Aken. Amen.